Bijbel·Christen Zijn·Communiceren·Geaardheid·Geloof·God·Humor·Maatschappij

Refolutionair

Ik kan er niks aan doen. Ik ben sinds een lange tijd in het huis van God en barst bijna in lachen uit tijdens het gebed. Met mijn grijns in mijn mouw gedrukt hoor ik het gebed hoe we ‘er allemaal een potje van hebben gemaakt’ en kijk vragend om mij heen of iedereen dit nu als algemene schuldbelijdenis aanvaardt… Ik kan er gewoon niet zo goed tegen, een in de mond gelegde mea culpa waar we ons als schapen achter scharen terwijl we juist het tegendeel zouden moeten doen. Toch komt het vrijmoedig over, de spreker stelt ons min of meer gerust dat we simpelweg ‘mensen zijn van vlees en bloed’ zoals Rob Dekay het excuserend zingt.
De muziek zet ook hier aan. Bonuszoon naast mij duwt demonstratief zijn handen op zijn oren. Ook hij is niet gewend aan de reformatorische ingetogen bescheidenheid die met kracht en gedragenheid gebracht wordt in deze kerk. En dan zingen ze niet eens alleen Psalmen. Ik aai hem over zijn bol en grinnik opnieuw. Dit keer om zijn moeder, het voormalig Refo meisje uit deze kerk. Ze oogt jeugdig, comfortabel en sereen onder haar uitbundige meezingen. Ik glimlach. Het leven is goed. Al moet ik aan de vormgeving binnen deze kerk even wennen.

Ik ben blij weer binnen kerkmuren te bewegen en samen God als Vader te bezingen. Toch ben ik diep van binnen bang voor het huiselijk geweld van afwijzing dat ik in mijn laatste Huis met Kruis heb ervaren. Ik voel mij meer dan welkom, geaccepteerd en kan volkomen mijzelf zijn binnen de feitelijke familie van Vrouw en Kinderen, maar er is een algemene angst om binnen de muren van hun kerk toch bot te vangen. Kerken zijn niet per definitie meer een warm welkom en dat is een pijnlijk gegeven. Ik probeer het van mij af te schudden, maar merk dat ik zelf meer vooroordelen dan ooit heb. Alsof elke christen een potenrammer is. Ik denk niet dat ik ooit zonder boosheid en verdriet onder woorden kan brengen dat de mensen, de bediening en de kerk zelf waar ik serieuzer mee was dan het leven, mij niet de gelegenheid gaf naar de diensten te komen voor ik ‘het’ gesprek over mijn geaardheid aan was gegaan. Ik slik. Rustig Tas, dat ze zingen over het verslaan van tegenstand wil niet zeggen dat ze ons hier van de aarde willen vagen…

Want de sfeer van eerbied voor God en de hang naar traditie in de kerk van de familie van mijn Lief is verfrissend en ondanks de statige vormgeving houdt het toch mijn aandacht vast. Ik verbaas mij over de vele generatiegenoten in deze kerkbanken en stel direct mijn beeld bij dat de Bijbelbelt ook gelijkstaat aan vergrijzing. Als de schriftlezing en preek begint slaakt mijn ziel een zucht. Het is een pleidooi op gelijke rechten (lees: Afghanistan), de tunnelvisie van eenduidige moralisatie (lees: ‘christelijke liefde’ die paradeert op eigen waarheid.) en… een Bijbelse aanduiding dat niemand, maar dan ook niemand op aarde het recht heeft verworven om in Gods Naam de ander verwerpelijk, onrein of minder te vinden. (Lees: Handelingen 10)

Na de preek kijk ik weer opzij naar mijn Lief. Ze trekt lachend de jongste tegen zich aan die opnieuw zijn oren dichtstopt als de muziek weer begint. Achter de kinderrug geven we elkaar even een kneepje en wisselen een blik. Ik grijns naar haar zus aan de andere kant van de rij en trek een zogenaamd vermoeid gezicht. Alsof ik wil verbergen dat de preek best indruk heeft gemaakt. Dat ik oprecht blij ben dat ik mij zo dicht bij mijn geluk besef dat niemand het recht heeft mij daarop aan of af te vallen en dat wie mij hierop ter verantwoording roept zichzelf gelijkstelt aan God. Nou, geloof me. Ik heb mijn portie hoogmoed hierin wel gekend.

Er hoeft voor mij echt geen regenboog op de kerken om mij weer een welkom gevoel te geven. Dat zou belachelijk zijn. Net zo goed als dat het bedenkelijk is dat ik nu liever eerst online mijn onderzoek doe voor ik ergens (allang niet meer) ongedwongen de kerkdrempel overstap. Velen kerken verbranden die regenboogvlag al op hun website.
Ze vergeten… De kerk IS het symbool van de regenboog. De regenboog is niet het symbool van de ‘LHBITQ (mis ik letters?) beweging’. Nee, die vlag die overal in de wereld (wat kerken uitgezonderd) wappert, is hét symbool van hoop.

En daar valt toch echt iedereen onder. Deze spreker heeft dat begrepen zonder dat zijn boodschap hier specifiek over ging. Of misschien heb ik de boodschap eerder gewoon gemist.

Het zou niet revolutionair moeten zijn. Ook niet refolutionair…           
Ik snap wel waarom de Refo’s destijds zijn geboren uit het aangaan van een religieuze revolutie, voor mij winnen ze deze binnen de gelederen van de kerkmuren. Toch zal ik hier niet wekelijks te vinden zijn, hoe welkom ook… Want zelfs al vind ik mijn Lief vreselijk sexy als ze Psalmen zingt…

Ik heb er absoluut geen spijt van dat ik ‘er een potje van heb gemaakt…’ 😉

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s