LDH·Leger des Heils·Politie·Schrijven

Dank offer

Oei, het gebeurt me niet vaak, maar uitgerekend vanochtend wel. Ik ben een opgeslagen document kwijt. En ik baal ervan, het was namelijk een concept voor deze dag. De dag van mijn boekpresentatie. Vandaag wordt ‘Kwetsbaar op de rand’ gepresenteerd binnen het Leger des Heils: een verzameling van de blogs die ik al jaren deel op mensenverhaal.

Ergens vaag in mijn achterhoofd zweven er wat zinnen uit dat document, dat ik zeker een half jaar geleden schreef. Een eerbetoon aan het Leger des Heils, concrete voorbeelden van mensen die mijn hart stalen en stiekem misschien ook wel een beetje andersom. Uit ervaring als schrijfster weet ik, dat als je schrijfsels verliest, dan komt er altijd wat beters voor terug. Dat denk ik nu dan ook maar. Ik begin opnieuw, ik begin anders. Omdat ik mij besef dat dankbaarheid soms ineens een offer wordt.

Niet heel lang geleden zei iemand tegen mij dat die verwachtte dat ik ongelukkig zou worden binnen de politie. Verrast vroeg ik waarom. Het kwam er een beetje op neer dat dit mens mij te bijdehand en eigengereid vond. Een beetje teveel van een grote waffel, een beetje teveel weten wat je wilt en misschien wel een beetje teveel zien waar zaken soms niet goedlopen en dan net iets te confronterend zijn. Ik haalde mijn schouders op. Ik was en ben het er niet mee eens. Onaangepast als ik ben, heb ik mijn leven lang bewezen mij goed aan te kunnen passen, met mensen te kunnen matchen én werken bij de politie is mijn droom. Dat ga ik dan natuurlijk niet verknallen met mijn persoonlijkheid. En weetje, als het gaat om systemen, ook binnen overheidsinstelling als de politie: het zal heus niet altijd zaligmakend zijn. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dat binnen het Leger des Heils natuurlijk ook allang geroken heb. Want ja, waar mensen werken, daar werken dingen soms niet.

De terugkoppeling naar het Leger is hier gemaakt.
Ik denk dat het vijf jaar geleden was. Ik plaatste mijn eerste blog. Gewoon op Facebook. Het was een geinig verhaal over fruitvliegjes, economisch inzicht en de kommer en kwel van een huishoudelijk medewerkster. Mijn toenmalige leidinggevende, die eigenlijk bij zéér hoge uitzondering mijn privé kringetje binnen was gewandeld omdat ik haar nou eenmaal een fantastisch wijf vindt, pakte dit op. Ze was zo enthousiast dat ik moed vatte, blijkbaar kon ik een goed beeld geven van wat wij binnen het Leger deden en wie onze doelgroep was. En… ik had nog wel heel wat verhalen in de pen nu bleek dat deze openheid binnen mijn bedrijf geaccepteerd en zelfs gewaardeerd bleek! De verhalen kwamen op mensenverhaal en mijn blog explodeerde vanaf dat moment aan lezersaantal. Zo nu en dan kreeg ik een vriendschapsverzoek binnen het werkveld op Facebook of verstuurde er één.
Binnen de kaders van mijn vrijmoedigheid (en mijn simpelweg typen en niet teveel nadenken over ‘dat dit nou wel of niet’) schreef ik een blog over de bureaucratische veranderingen binnen de zorg en noemde de bazen op kantoor ‘pipo’s’ die meer invloed hadden dan ze besefte maar dat toch echt wij op het werkveld hun orders handen en voeten gaven en moesten dealen met hun besluiten. Iets in die context. Ik weet nog dat ik een voorbeeld aanhaalde wat de veranderingen binnen onze zorg met mijn deelnemers deden en dat die pipo’s daar echt geen benul van hadden. Ik snapte er niets van!

Tegen alle verwachtingen in én toen met schaamrood op mijn kaken, reageerde er iemand die mij met wat petten daartussen aanstuurt. Zijn reactie kwam neer op: ‘Deze pipo nodigt je graag uit op kantoor om er met een kop koffie over te praten.’ Zijn reactie was begripvol, open én dankbaar dat ik hem mijn kant liet zien.

Vanaf dat moment zat ik steeds vaker in allerlei overleggen op verschillende niveaus braaf met een stotterstemmetje mijn verhaaltjes voor te lezen om een beeld te geven van ons werk. Steeds vaker werden mijn blogs binnen het werkveld gedeeld. Nog steeds heb ik er geen woorden voor wat dat met mij doet. Soms kreeg ik een privé berichtje, soms las ik de tekst van mensen zelf die bij mijn blogs gedeeld werd. Soms moesten mensen hard lachen. Soms huilen. Mijn schrijfsels, die soms scherp en veroordelend waren, soms pijnlijk open en kwetsbaar, maar ook weergaven dat ik de plank missloeg als zorgverlener waren allemaal even welkom. En dan bedoel ik echt welkom. Zonder terughoudendheid bleef ik schrijven. Over onze fantastisch uiteenlopende deelnemers, maar hierin ook over wat dat met mij deed. Kwetsbaar op de rand. Want het randje zochten mijn deelnemers en ik altijd wel weer op.

Een jaar geleden ging het balletje rollen. Er zou een bundel komen. Een relatiegeschenk. Vandaag is het rond. Ik weet wie er aan de wieg hebben gestaan. En ik hoop dat deze mensen het zich ook ten diepste beseffen. Want… Ze hebben mij niet alleen als schrijfster doen groeien, ze maken dat ik uitkom op het offer waar ik het over heb. En de terugkoppeling naar de politie die ik nu weer ga maken. En misschien zelfs een heel klein tipje naar de ‘ik word ongelukkig binnen de politie’. Nou weet ik dat dat niet zo zal zijn, maar ik snap wel een diepere lading van die opmerking, die die persoon waarschijnlijk niet eens zo bedoelde.

Want terwijl ik gister de pipo die ik jaren geleden nog uitdaagde in een blog een berichtje stuur of hij de boeken mee wil nemen, meld ik er even bij dat ik het superspannend vind. Voor hem als lezer is mijn kwetsbaarheid de laatste jaren schijnbaar normaal geworden want ik kreeg hem terug op mijn schrijfcapaciteit. Hij zou er zijn been voor afsnijden schreef hij, so don’t worry. Ik glimlach. Mijn schrijven is een andere binnenkant dan mensen aan de buitenkant zien. En de boekpresentatie van vandaag maakt dat het voelt als met de billen bloot gaan. Ik kan mij even niet verstoppen achter een domeinnaam of mijn vlugge vingers. Ik ben niet zo kwetsbaar als de titel doet vermoeden. Ik ben kwetsbaar op de rand.
Ik weerhoud mij ervan het uit te leggen. Ik stuur enkel dat ik hem wel een knuffel zou willen geven.

Ondertussen wisselde ik wat berichtjes met mijn oud leidinggevende van wie ik het heel erg  vind dat ze vanwege omstandigheden niet bij kan zijn. Ook nu glimlach ik. Ik had haar alleen maar ongemakkelijk gemaakt omdat ik 1000 spotlights op haar waardering voor mij had gezet.
En dan komen de tranen.

Dit is wat ik over ongeveer een jaar zal gaan verlaten als alles loopt zoals ik het voor mij zie. Ik ga het Leger des Heils, dat vanaf vandaag op papier mijn verhalen als referentie gaat gebruiken en mij hierin in die mate erkent dat ik er ongemakkelijk van wordt, inruilen voor iets waar ik mijzelf meer denk te kunnen ontwikkelen.  
Iets wat zo goed is, wat mij zo heeft doen groeien, waar ik kei en kei en keihard op mijn bek mocht gaan, ruimte kreeg weer op te staan! Waar ik tot op de dag van vandaag met tientallen handen in mijn rug vooruit geduwd wordt om mijn dromen te realiseren, waar talenten (en echt niet alleen van mij!) in die mate erkend en gebruikt worden dat mijn hart jaren geleden al verpand was aan dit door God bestuurde bedrijf.

Ik kom aan het einde van dit schrijven. Ik denk dat alles gezegd is.
De bundel gaat over de deelnemers en daar is het om te doen. Ik wil dat mensen weten wie onze cliënten zijn, wat voor ongelofelijke potentie deze door de maatschappij weggezette mensen in zich hebben en hoe wij als hulpverleners de enorme privilege krijgen om elke dag weer kwetsbare leven in te wandelen en op weg te helpen.
Maar ik denk dat ik zelf de enige ben die zo intens diep beseft dat het Leger des Heils tien jaar geleden een jonge vrouw in dienst nam die zelf net niet meer weggezet door diezelfde maatschappij die ze nu wilde dienen. Die, ondanks dat ze een leidinggevende functie achter de rug had, eigenlijk zelf nog helemaal niet zo lang zelf doelgroep af was.
En hoe zij als werkgever deze jonge vrouw hebben gevormd tot zelfverzekerde vrouw die ik nu ben.
Die volmondig durft te zeggen: ik weet wat ik wil.
Omdat dit bedrijf mij de ruimte bood mijzelf te worden en te zijn, waar mensen zichzelf zonder moeite aan mij gaven en andersom, verder durft te groeien.
Die met licht ongemak schrijft dat ze tot het besef is gekomen dat hulpverlenen in lange trajecten niet voor haar is weggelegd, juist omdat het leven, haar karakter en het Leger des Heils haar dat geleerd hebben.

Voor zolang ik er nog werk geef ik alles wat ik heb. Dat weten alle partijen. En het zal waarlijk een offer zijn straks een nieuwe deur door te gaan.
Een dankoffer ten diepste.

4 gedachten over “Dank offer

  1. Wat mooi, deze bundel! Ik lees ’t nu pas. Heb wat blogs van je gemist, omdat ik een probleem met mij WP-account had. Succes met al je voorbereidingen voor een baan bij de politie. Wanneer ga je de opleiding beginnen? Lijkt me juist echt iets voor jou, uit wat ik uit je blogs lees natuurlijk.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s