Onze zorg stopte een tijdje geleden al. En toch maakte je contact. Zoals we af en toe nog even een appje deden. Het was anderhalve week geleden. Je deed het precies zoals je altijd deed. Je viel gewoon met de deur in huis.
‘Ik heb nog een paar dagen. Misschien weken.’
Mijn werktelefoon lag al een halve week werkeloos in een hoekje. Vanwege lopende zaken pakte ik hem er af en toe bij en ik moet eerlijk zeggen dat mijn eerste reactie diep en diep egoïstisch was.
Shit. Dit kan ik er nu niet bij hebben.
Nee, lekker Tas. Alsof zij dit erbij kan hebben. Ik geef mijzelf op mijn lazer.
Het koste me vijf schrijnende minuten te overwegen hoe ik ‘dit’ aan moest pakken. En wát ik kon doen. Ik wist namelijk, gezien ons contact, dat er een roep vanuit ging. En… dat ik niet in staat was naar je toe te komen. Maar eigenlijk besefte ik mij dat je mij gewoon even wilde spreken, dus videobel ik je.
‘Kom je op mijn uitvaart?’
Ik twijfel en weet niet eens waarom. Misschien omdat je altijd wel geprobeerd hebt dichtbij te komen en het je eigenlijk best goed lukte. Op alle vlakken. Want ik vond je leuk, maar soms ook bloedirritant. Ik zucht. En ineens besef ik mij dat professionele jasjes grotendeels bestaan om het de hulpverlener ‘makkelijker’ te maken. En, dat ze in dit soort situaties de feitelijke dooddoeners zijn.
‘Je bent me er eentje…’
Ze lacht. ‘Weet ik…’
Als ik in de stilte die volgt, via beeld, in je magere koppie in dat veel te grote ziekenhuisbed kijk zie ik het bekende vrijmoedige pretlichtje in je ogen en hervind mijzelf. En jou.
‘Het is omdat je doodgaat dame.’
We lachen.
Je bent in dat ene korte gesprek dapperder, besluitvaardiger, rustiger, doordachter, intenser, behoedzamer, zorgvuldiger, minder dwingend, manipulatief, hysterisch, dramatisch en echter geweest dat al die tijd dat ik bij je in huis kwam. Ik zucht als we ophangen. Je was zelfs gezonder. En beide waren we het er roerend mee eens dat het een bizar pijnlijk feit is dat problemen van het leven bij het aankijken van de dood wegvallen. En je aan je einde, ‘ineens’ functioneert.
Mijn week hervat. Soms schiet je door mijn hoofd. Ik moet je even appen. Bellen. Contact maken. Vandaag was het moment. En dan zie ik jouw app. Een foto van een traan uit een oog. Geen tekst. Maar de foto schreeuwt. Vooral omdat het je laatste moment van online verschijnen is geweest. Ik voel teveel om iets te voelen. Zonder muren. Zonder grenzen. Zonder jasjes of onderscheid. BAM! Recht in mijn hart.
Ik denk aan mijn bundel met Leger des Heils blogs die onlangs verschenen is. Jij staat er behoorlijk gefingeerd in. Meerdere keren. Onder meerdere namen. Met meerdere situaties belicht. Gewoon omdat je altijd wel wat had. Omdat ik altijd om je kon lachen. Me vaak om je verbaasde. Je mij intrigeerde. En… Omdat je altijd dichtbij probeerde te komen. Dat had jij nodig. Je hongerde naar verbinding, echtheid en contact.
Enkele dagen geleden deed je daar een laatste een poging toe. Vandaag is het je gelukt. Je bent meer binnen dan ooit als ik even verslagen mijn tranen weg knipper. Je bent even na die foto overleden. Ik weet het omdat ik na mijn schok aan het bellen sla.
Terwijl ik zoek naar woorden om dit kleine eerbetoon aan jou af te sluiten, ruik ik ineens mijn pizza. De pizza die ik vanwege het even niet kunnen filteren hoe ik jouw foto gemist kan hebben, uit gemak in de oven heb geduwd. Mijn keuken staat vol rook.
Ik grinnik. Ik geloof niet dat jij ergens rond dwarrelt en mij wat duidelijk wil maken, maar ik weet wel dat jij dit grappig had gevonden. Want jij was het die mij altijd groene appels voerde, gewoon omdat je vond dat ik gezond moest eten en leven ‘nu ik jou in ging ruilen voor de politie.’
Dankjewel dat je de moeite hebt genomen afscheid te nemen. Het spijt me dat ik het heb gemist…
Kanjer, ik ben blij dat ik weet waar en wanneer je begraven gaat worden.
Dit keer zal ik er zijn.

Slik. Dat moet heel heftig voor je geweest zijn. Ik snap wat je bedoelt met die professionele jasjes, maar ik denk dat het als hulpverlener soms ook heel erg moeilijk moet zijn om die jas niet even ‘open te ritsen’ en mensen toch binnen te laten. Je bent namelijk ook ‘maar’ een mens.
Knuffel voor jou.
LikeGeliked door 1 persoon
Je hebt echt helemaal gelijk. Thanks voor de hug!
LikeGeliked door 1 persoon