Dit blog staat onder categorie ‘humor’, maar ik zal er niet omheen draaien. Het was afschuwelijk. Feit dat ik er na twee weken pas iets over kan schrijven zegt genoeg. Dat dit dan vooral de voor mij hilarische highlights zijn… Tja, das mijn zwakte. Zo maak ik graag mijn ernst bekend.
Miss Sporty en ik hadden een lekker uurtje achter de rug en stonden wat rekoefeningen te doen. Naar aanleiding van mijn billenblog, waarin duidelijk werd dat ik voor mijn heupblessure billen moet bouwen, staan we af te koelen. Waarschijnlijk verlies ik mijn evenwicht. Geen idee, het ging te snel. In ieder geval duw ik mijn linkerknie in een hoek die niet mogelijk was. Het geluid was complete terror. De explosie aan pijn de kers op de taart. Het gezicht van Kim een film met een fout einde; totale schok. Ik weet niet wie er witter werd. Dit totaalplaatje maakte dat ik maar één ding kon doen: lachen.
‘Wát was dát!!?’ roept mijn sporticoon uit.
‘Dat, zeg ik tussen gemengde tranen door, was het geluid van pijn!’
Terwijl zij naar de vriezer sprint voor een ijspack besef ik mij: ik heb een probleem.
Wonder boven wonder lukt het mij de verdere dag elke alarmbel uit te drukken. Kreupel naar het CBR, slaag voor mijn theorie en krijg een bezorgd appje van Kim. Shit. Mijn probleem is terug. Het geluid dreunt nog na in haar brein. Ik slaap die nacht niet. Mijn melodramatische ik denkt dat ze doodgaat, zeikt bijna in dr bed omdat ze niet over man heen kan klimmen en ziet scenario’s van vervlogen politiedromen, scant internet naar het online komen van vacatures, herstelversnellingen (rust, wha, giller!) en rouwt om het niet kunnen sporten. (evenzo een giller, ik heb een bovenlijf toch?!) Een vriendin, bekend met knieklachten brengt de volgende ochtend voor normale mensen wakker worden, in haar pyama, een set krukken en brengt me naar de huisarts. Ik word -ben er bijna trots op- direct doorverwezen naar de sportpoli in het ziekenhuis voor een orthopeed en foto’s. Tussendoor beland ik bij mijn -door mijn Goddelijk aangestuurde vriendin die de fysio voor mijn heup betaald!- bij deze peut die een echografist inschakelt.
Goed, lang verhaal nog best te lang nu in het kort: buitenband voor de helft doorgescheurd. Onderbeen kundig te bewegen in onjuiste hoeken en… zes weken onder de pannen. Ik geef mijn krukken een naam. BF. Best Friends. Voor de komende weken. B staat voor Baal en draag ik rechts. Die zal het langst meegaan om de linker Faal te ondersteunen. Die Faal mag weg als mijn ego hersteld is. Baal zal nog wel even blijven.
Vandaag was de dag dat ik naar de orthopeed mocht.
Maar eerst de foto’s.
Ik moet drie posities aannemen. Bij de eerste moet ik staan.
‘Mevrouw, kunt u uw been wat rechter neerzetten voor de foto?’
Ik barst in lachen uit.
‘Nee. Daarom ben ik hier.’
Foto twee. ‘Mevrouw, u moet op uw pijnlijke linkerknie gaan liggen (??) en uw rechtervoet tegen uw buik drukken, over uw linkerbeen, een beetje onhandig misschien… De hamstring die ik probeerde op te rekken tijdens de fatale rekoefening krijgt een stretch waar ik opnieuw van in lachen uitbarst.
‘Serieus!?’ roep ik steunend uit. ‘Het is veel te vroeg voor yoga!’
Hoe je zo’n dame ook noemt die braaf op het knopje klikt en mij onwillig in de juiste positie duwt kijkt zoetjes. Het is waarschijnlijk ook te vroeg om plezier te hebben.
Foto drie. Of ik even op mijn handen en knieën wil gaan zitten. Nou wordt het me te gortig.
‘Zeg, hebben jullie enig idee dat ik (zegt ze arrogant) toevallig deze posities aan durf te nemen en dit ook kan, maar dat dit in deze kamer voor de meeste onmogelijke vragen zijn?’
Opnieuw die zoete blik. De stagiaire staat er ongemakkelijk bij. Ze trekt serieus aan mijn heupen mijn kont omhoog.
In de wachtkamer voor de orthopeed voel ik mij volgens de Facebook status vooral ‘vermaakt’. Wat een toestand met die foto’s! Ik ga er even op door en maak grinnikend een eigen foto en stuur hem naar een vriendin: ‘Kijk! Dit stelt me gerust! Ze hebben certificaten knieën en heupen te mogen vervangen! Ik ga voor beide!’
Ik tap een kop koffie uit de automaat en ga zitten.
Als ik binnen word geroepen loop ik tegen het zoveelste probleem aan. Koffie, krukken, een rugtas en een jas. Een beetje lomp duw ik de koffie in de handen van de dame die mij ophaalt. Die moet mee! Ik mag hem echter niet opdrinken want mijn mondkapje moet op. Mijn vraag waarom de koffieautomaat dan niet vergrendeld is wordt genegeerd. Ik word opstandig. Wie aan mijn koffie komt raakt verboden gebied.
De orthopeed vraagt wat er gebeurt is. Hij negeert mijn: ‘Dokter, het probleem is een partieel ruptuur aan mijn linker laterale collatorale ligament… Dit kunt u zien op de echo. Ik weet al dat uw foto niets uitwijst, want dat gaat u mij nu vertellen.’
Opnieuw vraagt hij het probleem terwijl hij mij met eenzelfde arrogantie aankijkt. Dankbaar dat ik niet over mijn medische knieband ben gestruikeld doe ik dit keer braaf mijn probleem in koetjes en kalfjes uit de doeken. Hij lijkt tevreden.
Als ik op de bank lig wrijft hij serieus in zijn handen.
Mijn kwetsbare ontblote knietje wordt vastgegrepen en op de bank gedrukt. Waar ik prima in staat ben mijn lijf uit te zetten springt alles aan en ik bijt mijn kiezen op elkaar als hij zegt: ‘Kun je hem recht krijgen?’
‘Dat heeft u zojuist voor elkaar gekregen!’ roep ik uit. ‘En nee, het is niet fijn,’ iets liever erachteraan.
Dit keer trekt hij hem omhoog en knijpt erin. Wanhopig kijk ik naar mijn koffie.
‘Doet dit zeer?’
‘Dokter, precies daar zit de blessure. Als u de echo even bekijkt…’
Hij pakt mijn onderbeen en duwt hem in de onmogelijke hoek die mijn verlepte buitenband mogelijk heeft gemaakt.
‘Hmm… Dit gaat best.’
‘In uw optiek of de mijne?’
We negeren elkaars frons.
Hij buigt opnieuw. Dit keer word ik ondanks dat ik het eerlijk komisch vind, toch boos.
‘Dokter, ik vind u best hardhandig…’
‘Ik vind zelf dat ik best zachtaardig ben, niet dan?’
Ik zwijg.
‘Jongedame, de foto wijst niets uit. Het probleem is waarschijnlijk je buitenband. Mijn advies is pijnstillers, ik schrijf je blablabla voor.’
Ik kijk verbaasd.
Ik bind uit door mijzelf afgedwongen respect wat in en neem de zinloze verwijzing voor de alreeds bezochte fysio mee. Plus de het nog zinlozere recept. En de onbekeken echo.
Bij de ziekenhuis apotheek kijkt de dame mij vragend aan.
‘Je bent allergisch voor dit middel.’
Ik grijns.
‘Ik weet het, mijn allergieën staan in de rechterbovenhoek van het recept dat ik u zojuist geef.
‘En toch haalt u het middel op?’
Ik grijns opnieuw en buig naar de plastic wand.
‘Weet u, even tussen u en mij. Die dokter was een pannenkoek. Maar die pillen zijn erg handig voor mijn zendingswerk…’
Ik ben dankbaar dat ze niets meer zegt maar ik toch haar ogen zacht zie worden.
Als ik buiten sta haal ik opgelucht adem.
Koffie. Dat is letterlijk mijn eerste gedachte. En schrijven.
Dat ik, terecht, van mensen vragen krijg ‘hoe ik God zie in dit geheel…’ Tja… Dat laat ik even aan Hem. Mijn hersenen zijn ter grote van een pinda en niet bij machte dit soort zaken te begrijpen en accepteren kost mij meer dan me lief is. Wel doe ik wat ik kan. Mij er uiteindelijk om vermaken is één. Relativeren is goed.
Het komt goed. Die sporttest ga ik halen. Desnoods met B&F. Zo ben ik dan ook wel weer.
Pluspunt: die heup… Die is de laatste twee weken aardig ontlast.

Liefs en beterschap
LikeLike
Au. Ik zat gewoon even te gillen toen ik het stukje van het ontstaan van de pijn las. Heel veel sterkte en beterschap gewenst. En neem je rust, zou ik zeggen. Misschien vindt je knie dat toch wel verstandig;).
LikeGeliked door 1 persoon