Ik heb een droom.
Het is niet een uiteenzetting van het vurige pleidooi van Martin Luther King over burgerrechten, gelijkheid en vrijheid. Wel tipt het tegen hetzelfde soort bevlogenheid. Deze doortastende dominee stort dan ook plots zijn hart in mij uit terwijl ik mijmer over mijn zoveelste ‘probleemgeval’, waar ik buiten de lijntjes oplossingen voor zie. King daagt mij uit erover te dromen. Gewoon omdat ik tegen de muur van ‘kan niet, mag niet, moet niet’ oploop van wat professioneel gedrag inhoudt.
Afgelopen zes weken heb ik een nieuwe dimensie ontdekt. Mijn collega’s hebben mij op sleeptouw genomen en ingewijd. Wat een helden. Ik ben er verdrietig om. En toch blij mee.
Ik tref situaties van vermoedelijke ouderenmishandeling, financiële uitbuiting, lichamelijke verwaarlozing, geestelijk onvermogen, onbekwaamheid in contact te komen, vermijding van zorg en van vreselijke luide hartenkreten gehoord te willen worden. En we handelen. We worden als ambulant ondersteuners regiehouders genoemd en we werken ons uit de naad die regie weer terug te kunnen geven, zodat iemand weer onder de noemer ‘volwaardig burger’ valt. In onze doelgroep best ingewikkeld. Veel van onze Leger klanten zijn onzichtbaar in de ‘samen doen maatschappij’. Het duurdere woord ‘participatie’ is voor hun onuitspreekbaar. Ik vind het moeilijk. De huidige visie op herstelgericht werken en een zogenaamde eigen kracht clausule botst hier een beetje tegen ‘regiehouder’ zijn. Meervoudige problematiek blijft soms gewoon bij ondersteunen. Zonder netwerk. Zonder naasten. Partici wat?
Het werkveld waarin wij zijn betiteld als ambulant ondersteuner heeft alles met mijn droom te maken.
Maar ook met het zijn van een in de modder staande duizendpoot die noodgedwongen op alle duizend voeten eelt rent.
Want feitelijk houdt onze functie in dat wij op de hoogte moeten zijn van vrijwel alle psychiatrische problematiek, functioneringsproblemen, basiskennis van de medische kant plus medicatie en alle zorgfacetten rondom behandelingen en richtlijnen. We moeten herstelgericht werken waarbij we inzicht dienen te hebben in dynamische processen (van gedragsveranderingen), verslavingszorg, communicatietechnieken, culturele en sociale achtergronden, methodieken moeten toepassen op wat je ook maar kan bedenken, risico’s moeten kunnen ruiken als een speurhond en een sterk staaltje zelfreflectie en eigen grenzen in pacht moeten hebben. Dit alles gegoten in een omhulsel van empathie, begrip, doortastendheid, fijngevoelig en daadkrachtig.
Laat ik vooral het voor mij nek brekende aspect binnen mijn functie niet vergeten: dat ik de zorginformatiesystemen van binnen en buiten moet kennen, sociale kaarten, financieringsvormen én een veel te uitgebreid systeemnetwerk van gemeente en mijn eigen bedrijf om te documenteren en jawel… mijn noodzaak aan geld, subsidie en voortzetting voor dit hele verhaal moet onderbouwen in naam van de deelnemers die dit bovenstaande pakketje van onze kennis en kwaliteiten nodig hebben.
Misschien snap je waarom ik in de bus op weg naar huis lig te slapen.
Dankbaar dat mijn mondkapje mijn tevreden maar afgetaaide open bakkes verbergt. Ik ben in ieder geval als geen ander gaan snappen dat mijn werk binnen het Leger des Heils onder de zogeheten ‘specialistische schil’ valt en het eigenlijk gewoon kadert. Punt.
En die heeft duizendpoten nodig. Of duizend poten. Uhh, ja… Je snapt em, toch? Waarom kan dit niet anders? Niet makkelijker?
Ben je blijven hangen na alle termen, stiekeme ‘rijkdom’ van het leveren van zorg én mijn hoogdraverij? Dan ben je nu klaar voor mijn droom.
Ik ga alle realiteit laten varen.
Een erf. Een pand. Ik kidnap minstens tien deelnemers als proefkonijn met een 100% kans van slagen. Binnen dit pand een scala aan professies die zich niet alleen willen binden aan de eigen krachtclausule van het herstelgerichte werken voor het volwaardige burgerschap, maar zich bovenal zullen binden aan het offer dat het is om dit bewaarheid te krijgen. Mijn klanten hebben in hun complexiteit namelijk allen één ding gemeen hebben: ze verdienen onversnipperde zorg. Zelfs als dit van meerdere mensen komt.
Oké, ik geef elke professional de ruimte om zijn gezin mee te nemen, want laat ik ervan uit gaan dat wij hulpverleners toch een eigen leven hebben, al ervaar ik dat momenteel zelf niet. Mooi plekje op het erf, professioneel nabij en grensverleggend op afstand.
De meeste bewoners moeten bij binnenkomst eerst even tot rust komen. Wennen aan de nieuwe situatie, aan iets wat een leefgemeenschap heet en zijn wat sceptisch. Dat zijn wij ook, een zooitje ongeregelde maatschappij-minderwaardigen bij elkaar. Maar nieuwsgierigheid op de mogelijkheid tot meerwaarde en ambitieuze zorgharten winnen. Herstelgericht? Reken maar.
De psychiater gaat eens goed kijken waarom bewoner 1 zes verschillende pillen heeft en komt tot de conclusie dat er 3 conflicteren, zijn wisselende voorgangers te druk voor het lezen van een dossier. Mevrouw beschikt binnen ons prachtige concept over de toezicht en veiligheid af te kunnen stemmen op de nieuwe chemische basis waarvan gaat blijken of zij het na ons totaalpakket nog nodig heeft. Ze stopt spontaan met trillen, die pil kan er dus ook af. Het bleek een bijwerking van een andere die al afgebouwd is. Een aantal voedingsdeskundigen genieten ervan om heerlijke maaltijden te bereiden die voeden in plaats van vullen. Uiteraard staan zij samen met onze bewoners in de keuken en leren al spelenderwijs wat vaardigheden aan. Mevrouw krijgt wat kleur op haar wangen. Ze lacht. Ze blijkt best spraakzaam en creatief met groente. Vitaminetabletten worden ook uit de baxterrol geknikkerd.
Meneer stopt met zijn cholesterolpillen, een rebelse tiener vindt zoveel pret in het koken dat ze besluit een opleiding in de horeca te gaan doen. Nu haar talenten zijn gezien blijkt ze best aardig en blowt een stuk minder.
Verpleegkundigen zijn vooral actief op de bewoners die serieuze ‘hardnekkige’ medische klachten hebben en nemen meer dan de standaard 15 minuten de tijd om samen met de vaste arts te kijken wat nou eigenlijk het werkelijke probleem is. Zijn die opgezette benen kwestie van hartproblemen of moet mevrouw gewoon iets meer bewegen? Meneer zijn psoriasis vermindert binnen enkele weken, hij ruikt fris. Hij vraagt voor het eerst van zijn leven naar de kapper en heeft Kukident ontdekt.
Een bewegingsagoog en sportkundige pakken met bevlogenheid en gedegen kennisoverdracht de lichaamsactiviteit aan. Op maat uiteraard. Bewoners protesteren, want bewegen doet pijn, is vermoeiend en saai. Ze gaan zich onder de gezellige wandelingen, kleine krachtoefeningen al snel beter voelen, slapen niet meer hele dagen, ervaren meer rust en vrede en een enkeling blijkt niet zo depressief als gedacht. De fysiotherapeut houdt het allemaal nauwlettend in de gaten, een enkeling is namelijk wat fanatiek nu er een nieuwe wereld opengaat. Ook komen er wel wat te behandelen klachtjes kijken die vanwege eigen risico steeds maar werden uitgesteld.
Bewonersechtpaar Hij en Zij hebben na wat sessies hun studiootje omgegooid en zijn koning te rijk! Zij heeft geen minuut gehijgd en hij blijkt nog best vitaal nu minder last heeft van zijn doorgezakte billen. Hé, dat ze ’s avonds nog een drankje drinken, ach wat. Dat doen de meeste van ons ook met mate en de psychiater staat ‘s morgens stiekem op een hoekje een paffie te doen, totdat een bewoner hem betrapt. Nu roken ze ‘s morgens samen dat peukie en doen er een bakkie bij, de beste kerel is ervan opgeknapt. Welke? Goeie vraag.
De psycho educatie die gegeven wordt komt eindelijk binnen, de psycholoog treft doel. Verdraagzaamheid verdiend zich terug door zichzelf en elkaar te willen begrijpen nu het leven ineens gevuld lijkt te zijn met toenemende gezondheid, oprechte aandacht, activiteit, zingeving en…. we zijn allemaal mensen onder elkaar. De profs verlicht onder de vergeten bureaucratie en eindeloze verslagen en rapportage. We dragen elkaar verantwoording af. Zelfs als we genieten van wat burgerlijke ongehoorzaamheid die dan wel weer een notitie verdiend en uit de bocht vliegende situaties waar de gedragswetenschapper even aansluit. Gelijk. Vrij om te zijn. Samen. Eenzaamheid verpieterd in zijn eentje.
De geestelijke bekijkt dit alles met een glimlach. Hij ziet gebeuren wat hij al eeuwen predikt: de gemeenschapszin van je naaste liefhebben zoals jezelf en beseffen dat we ten alle tijden verbonden zijn aan elkaar.
Het is een droom. Maar Martin Luther predikte geen utopie.
Want ons bijna onmogelijke competentie profiel zegt dat we dit allemaal moeten kunnen. In één persoon. En we doen het. Gebonden. Vrijblijvend. Met liefde. Maar soms ook met moeite. Want ook dat is de waarheid.

Geweldig stuk. Ik ben vol bewondering en respect voor je. Liefs Marja
LikeGeliked door 1 persoon
Je bent lief! 😘
LikeLike