Christen Zijn·Huwelijk·Maatschappij·Roemenie·Vriendschap

Als armoede in je huiskamer slaapt

Ze is acht jaar jong als ze op het station wordt gedumpt. Haar haren in inktzwarte vlechten, haar voetjes bloot maar schoon. Ze is bang. Mama is een week geleden overleden, papa zit aan de drank. Als hij haar van de paardenkar afduwt en zij smeekt mee te mogen gaan, naar waar dan ook, roept hij ruw dat hij geen interesse in haar heeft. Letterlijk. Hij grijpt de fles zelfgestookte drank naast hem van de bok en zet hem aan zijn lippen terwijl hij met zijn vrije hand het magere knol gebiedt door te lopen. Met ogen zo groot als schoteltjes kijkt ze het stofwolkje achter de wielen na. Het is de laatste keer dat ze hem ziet.
Ze is negen als ze nog steeds rondhangt op het station. Haar voetjes zwart, haar haren door een leeftijdsgenootje kortgeknipt vanwege de luizen. Ze slaapt onder de treinen, tenminste, als ze niet betrapt worden, de littekens van de stokken van de handhavers staan op haar armen en benen. Het leven is hard. Het leven kent honger. Ze is allang niet bang meer.

Als ze veertien is breekt het licht door. Er is een aardige zigeunerjongen die haar wel ziet zitten. Hij is negentien en oprecht verliefd. Ook niet gek, want ze heeft al lange tijd weer mooie zwarte vlechten en doet haar best zich elke dag te wassen in het stroompje. Ze gaat met hem mee. Ze is net geen zestien als ze hun eerste dochter krijgen. Hij blijkt een goede echtgenoot. Ondanks dat het moeilijk is, is hij lief voor haar. Samen arm zijn blijkt lang zo zwaar niet als alleen. Weer groeit haar buik. Belachelijk snel. Er blijken twee baby’s in te zitten. Ze is zeventien als haar tweeling wordt geboren. Het blijkt bij hem in de familie te zitten. Anderhalf jaar later volgt de tweede tweeling.
Het huisje waar ze in wonen herbergt de vijf kinderen netjes op een rijtje in de enige kamer die er is. Op de grond. Zij en haar man slapen in het keukentje.
Ze is nu 26, haar 5 kinderen zijn 10, 9 en 8.
Het leven is hard. Het leven kent honger. Ze is nog steeds niet bang voor wat het leven brengt, maar kent nu de hartverscheurende verantwoordelijkheid van een moeder die in extreme armoede leeft.

Ik wil de anticonceptie discussie hier niet voeren, maar ik voel hem ook. Het is nu eenmaal zoals het is en in de Roma cultuur, op die leeftijd, leef je met de dag. En leer je niets dan wat zich aanbiedt. Condooms zitten daar niet tussen. Dat heb ik na 12 jaar Roemenië reizen wel geleerd.

Maar ze heet Bianca en zit bij mij op de bank. Haar man is er ook.
Ze zijn gister aangekomen.

Armoede is mij niet vreemd. Jongedames als Bianca ook niet. Ik zie armoede in allerlei vormen elke reis voorbijkomen.
Ik heb er in het begin slecht tegen gekund. Het irriteerde soms. Het opdringerige van armoede, de geur, het zicht, aan het soms noodzakelijke zielige, het ‘meer-meer’ terwijl ik mijn zakken al had leeg geklopt. Om je kapot te schamen. Mijn zendingshart en naastenliefde heeft moeten groeien. En dus ben ik eraan ‘gewend’ geraakt en geef ik letterlijk en figuurlijk wat ik kan als ik daar ben. Omdat ik het thuis weer los kan laten. Weer comfortabel kan zijn zonder schuldgevoel.

Toch… Nu ‘het’ in mijn huiskamer zit heb ik het er moeilijk mee. Ik vind het afschuwelijk. Afschuwelijk dichtbij. Ik kijk naar Bianca en haar hertenogen, ik zie haar jonge man naast haar op mijn knusse bank en mijn hart huilt.

Manlief trof dit jonge echtpaar in het diepst van hun ellende en heeft ze een jaar geleden bij de hand genomen. Sindsdien staan ze op dorpse Roemeense markten om wat Nederlands spul te verkopen. Van de winst onderhouden ze hun gezinnetje. Begin van het jaar heeft Manlief onze Roemeense auto mee naar Nederland genomen voor een reparatie. Omdat wij de Roemeense auto daar weer moeten achterlaten leek het hem een goed idee dit echtpaar over te laten komen en samen met ons mee terug te rijden, zij in de RO auto en wij in de NL wagen.
Zaterdag vertrekken we. Drie weken Roemenië. Code oranje in acht nemend, ik persoonlijk de noodzakelijke rust die ik nodig heb, maar zeker de handen uit de mouwen stekend.

Ik was wat sceptisch over zijn idee dit stel naar Nederland te laten komen. Stiekem bewust dat ik mijn ogen even gesloten wil houden voor wat voor verhaal er nu in mijn woning vertoeft. Het begon bij binnenkomst. Geen kleren? Prima, heb ik voor je. Geen tandenborstel? Lag al klaar. Honger? Daar is de gevulde koelkast. Doe je ding. Ik het mijne. Verder denk ik er niet over na. Ik was dan ook oprecht van plan komende dagen door te brengen in mijn eigen agenda. Maar soms… soms lopen de dingen anders. Soms gaan je ogen open. Je hart weer zacht.

Mijn hart werd dan ook gisteravond, na een dagje eigen dingen doen, toch een beetje week. Mijn gastvrijheid eigenlijk een lachertje. Dus togen we met z’n vieren naar het strand. Haar kreetjes in het autotochtjes vermaakte niet alleen mij en Manlief, ook haar eigen echtgenoot zat te glunderen en deed mee. Toen ze bij pootje baden een spetter water op haar lippen kreeg en verschrikt en giechelend uitriep dat het water zout was, was ik om. Ik, ik eigen, haak een pootje en dertig seconden later lagen we aangekleed en wel in de zee. We hebben een heerlijke avond, kinderlijk blij, zwemmen met kleren en nat in de auto, eten buiten de deur, genieten van de voor hun nieuwe dingen en we voelen ons ongemakkelijk bij zoveel dankbaarheid.
Thuis, gedoucht en met een kop thee begint ze te huilen.
Ik voel direct wat het probleem is. Haar kinderen.
En dat blijkt. Ze verblijven op een relatief goed adres maar… er is geen eten. Ze schaamt zich duidelijk als ze het vertelt. Ik begrijp ineens waarom eten haar zoveel moeite kostte. Anders dan luisteren en een knuffel kan ik niet bieden. Ik lig er wakker van. En besluit morgen anders te doen.

Ik heb mijn agenda van tafel geveegd. In mijn nieuwe planning van vandaag, niet solitair sporten en shoppen, maar een ochtendje strand met zwemkleding en de middag samen  boodschappen voor de reis. Dat laatste is nog best een dingetje, besef ik mij als ik het plan. Maar voor ik vorm geef aan de planning piep ik de deur even uit naar mijn beste vriendin. Ik wil haar en haar zoon mee hebben naar het strand als bliksemafleider. Gewoon omdat ik denk dat een vriendin en een kind wat ‘gewoons’ geeft aan het zoveel ongewoon dat ze de laatste dagen voor hun kiezen krijgen. Lees: mijn voor hun grote woning, voorraad eten, dagelijks douchen, door mij afgedwongen elke dag schone kleren en ja… zelfs een bed in een eigen kamer.
Voor ik wegga weiger ik te wijzen waar mijn stofzuiger staat. Ik erger mij dat ze elk kopje dat ik op het aanrecht zet direct afwast en zet bewust de wasmachine nog niet aan.

Als ik een half uur later thuiskom zit ze op handen en voeten met stoffer en blik mijn tapijt te vegen. Ik verstijf als ik het zie. Stralend kijkt ze naar mij op. ‘Klaar!’ roept ze in het Roemeens en beiden lachen we dan toch als ze het blik hierbij omhoog werpt en alles alsnog op de vloer terecht komt. Als ze opnieuw wil vegen trek ik haar aan haar arm omhoog en zucht haar naam. Klaar, zeg ik nu ook. ‘Wij gaan naar het strand.’
We hebben een heerlijke ochtend. Een ochtend waarin het zelfs vriendin opvalt hoe ‘eager’ ze is om mijn tas te dragen, mijn handdoek op te vouwen en alleen maar glimlachend naar de zee en naar ons kijkt. Ik ken haar verhaal dan nog niet. Dat komt pas thuis. Als ik dan ook besef hoe diep de psychologie achter dit gedrag zit en hoe wonderlijk sterk, knap, dapper, bewonderenswaardig en ontzettend moeilijk ik het vind dat een vrouw van 26 al zoveel draagt, van binnen, in mijn ogen, zo onverdeeld beschadigd is en daar met geen mogelijkheid aan toe kan, mag en durft te geven. Haar leven laat daar simpelweg geen ruimte voor.

Haar man is niet heel anders. Hij rijdt de Roemeense auto waar ik afhankelijk van ben. Als ik eindelijk aankondig boodschappen te gaan doen springt hij op en raapt mijn boodschappentassen bijeen. Mijn moment van schroom breekt aan.
Hoe ga ik in hemelsnaam een enorm bedrag aan drie weken boodschappen afrekenen onder hun ogen terwijl zij de avond daarvoor heeft zitten huilen dat haar kinderen geen eten hebben. Het klinkt heel nobel, maar is het niet.
Ik druk voor de supermarkt wat geld in hun handen terwijl ik ze een karretje geef. Ik geef de instructie houdbare producten aan eten voor hun kinderen te kopen en verstandig in te slaan. Ik doe dit zodat ik zelf met een bedaard geweten aan de kassa kan staan terwijl ik hun nog etiketten laat staan vertalen ergens in een voor hun weldadige wereldvreemde supermarkt.

Eenmaal thuis barst ze opnieuw in huilen uit. Hij nu ook.
Ik luister bedeesd. Ik hoor haar verhaal. Ik hoor vooral hoe trots haar man is, die het zelf niet makkelijker heeft gehad. Ik hoor hoe dankbaar ze mijn Manlief zijn dat ze tegenwoordig kunnen roeien met de riemen die ze hebben. Ik hoor hoe geweldig ze genoten heeft en hoe ze echt even heeft kunnen ontspannen. Ik hoor hoe ze mij 45 schatte. We hebben plezier. Maar ik zie gebrokenheid. Ze bellen naar het thuisfront. Een dochter van 10 verschijnt in beeld. Een prachtig veel te volwassen kindersmoeltje met op de achtergrond een bakstenen huisje waarvan ik weet hoe klein en vies het is. Ik trek het even niet meer als dat kind van 10(!!!) mij uitvoerig begint te bedanken en bijna moet huilen omdat er eten onderweg is.

Als ik naar de keuken loop om mijn eigen tranen terug te dringen besef ik mij sterker dan ooit hoe oneerlijk verdeeld de wereld is. Hoe ongelijkwaardig relaties soms. Want Bianca staat al achter mij. Om een vaatdoek te pakken, om een kopje af te wassen, om te vragen waar de stofzuiger staat.

‘Hou op!’ zeg ik feller dan bedoeld. ‘Gedraag je als een vriendin. Niet als een slaaf.’
Even kijkt ze gekwetst. Mijn gebroken Roemeens verstaanbaar genoeg. Als ze opkijkt zie ik een vriendelijkheid en veerkracht waar ik niet tegen opgewassen ben en waar mijn hart van volstroomt.

‘Dankjewel…’ zegt ze zacht.
En tot mijn grote dankbaarheid was de blik van verstandhouding die volgde de eerste die gelijkwaardigheid bevatte.

5 gedachten over “Als armoede in je huiskamer slaapt

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s