Terwijl ik op mijn zoveelste ´vrije´ dag een kop dampende chocolademelk voor mij heb staan overdenk ik mijn volgende blog. Het is een treurige dag. Ik hou niet van regen. Helemaal niet als ik binnen zit en het mijn huiskamer somber kleurt.
Iets in mij wil schrijven, gewoon open kaart. Een ander deel houdt mij tegen. De beerput mag niet open. Geen oude koeien uit de sloot halen. Geen vieze was buitenhangen.
Gister ben ik 32 geworden. Tis maar een jaar ouder, maar doet je toch denken aan wat je het laatste jaar allemaal gedaan hebt.
En eerlijk is eerlijk, dat jaar is in een waas aan mij voorbij getrokken. Getekend door kanker en al het trauma aan pijn wat dat met zich meesleept. Diagnoses als PTSS komen om de hoek kijken waardoor ik heb lieve mensen leren kennen, fantastische mensen zijn mij ontglipt door communicatie stoornissen.
Mensen die niet begrepen hoe vermoeid een mens kan zijn na ziekte. Hoe contactgestoord eigenlijk ook wel. Hoe een mens weer teruggeworpen kan worden in het verleden. Dat alles door kanker? Dat is alweer een jaar geleden zou je denken…
Hoe schrijf je dat je door een moeilijke periode heengaat, terwijl je toch wel degelijk Gods gunst op je leven ervaart. Hoe doe je recht aan wat je ten diepste voelt en stiekem toch over wil brengen. Want ik vind het leven op dit moment alles behalve makkelijk.
Eén van de Opwekkingsliederen kent de tekst:
‘Juist op die momenten, dat het echt niet meer gaat, laat mij merken, laat mij voelen, dat u werkelijk bestaat. En dat Uw armen om mij heen zijn en Uw liefde mij omgeeft. Dat ik zal zien, als ik terugkijk, dat U mij gedragen heeft.’
De titel van het lied is : ‘Als het leven soms pijn doet.’
Mijn leven doet momenteel pijn. Ik mag dan positieve en mooie blogs plaatsen over klant contact, waar ik werkelijk ook voldoening uithaal, maar hoe verwoord je dat stukje wat niet zo lekker gaat. Schaar ik dat weg met de menigte onder #MeToo?
Moet k dan nog een blog schrijven over hoe vreselijk seksueel misbruik is? Hoe zo’n blog voor jou slechts 6 minuten van je tijd is, maar voor mij een heel leven?
Over hoe je als volwassenen nog geslagen kan worden door het gemis aan ouders?
Dat een ziekte als kanker je hele wezen lijkt te kunnen vervullen alsof je het nog hebt? Terwijl je al bijna een jaar schoon ben. Deze week weer een controle. De angst grijpt naar mijn keel, want ik weet dat ik zal horen dat ik schoon ben, maar stel je voor…. Weer zoveel pijn…
Hoe schrijf je dat je de deur uitgaat met knikkende knieën en angst voor de vraag: ‘Hoe gaat het?’
Ik heb leren zeggen: ‘Het kan beter’, maar daar haken mensen dan ook af. Logisch, momenteel heb ik zelf ook de moed niet om door te vragen. Mensenmassa’s zijn mij tegen gaan staan, feestjes, bijeenkomsten. Ik heb het er niet meer zo mee, daar waar ik vroeger nog best van de partij kon zijn. En als er dan een feestje komt, dan raap ik het beste van mijzelf bij elkaar en ben ik snel weer weg. Maar ik laat mij zien. Ik denk aan therapie: exposure is soms de beste manier om ergens van te genezen. Ik wil best gezellig zijn. Maar geef mij dat één op één alsjeblieft. Reken mij niet af op het snelle weggaan uit grote groepen.
Voor velen die mij lezen is het niet onbekend dat ik een jeugd heb gehad dat getekend is door verwaarlozing en misbruik. Zoals de achterkant van mijn autobiografie verhaald zijn er in mijn leven geen grotere boosdoeners dan in ieder anders leven. Ik heb gewoon een valse start gehad, een beetje pech. Hier en daar wat mazzeltjes. Familie die naar mij omkeek, goede hulpverlening. Maar dan ineens, als je denkt dat je je leven op de rit heb, komt de diagnose kanker. Een nekslag, zo blijkt.
Ineens moest ik door de controle verlies die kanker met zich meebrengt ook de velen momenten van controle verlies uit mijn leven overdenken en weer in de ogen kijken.
Ik ben erdoor in de ziektewet belandt. En God weet hoe graag ik eigenlijk werken wil. Ik maak dagen door dat ik zwaarmoedig en neergeslagen op de bank lig, te vermoeid of angstig om zelfs maar naar de supermarkt te lopen.
En dan loop ik toch tegen een stuk schaamte aan. Ik kan het niet goed met die persoon die ik geworden ben vinden, dat kan je ik je wel vertellen. Ik mis mijzelf. Ik snak naar mijzelf. Hoewel ik weet dat ik nooit meer die persoon van voor de kanker zal worden.
Want waar #MeToo voor velen lijkt te werken, merk ik dat ze mij iets tegen de borst stuit.
Want ben ik dan niet de zoveelste die kwijnt in wat haar is overkomen? Zoek ik erkenning.
Wellicht toch wel.
Nee, zeg ik tegen mijzelf.
Zie op de gunst van God. Iets wat velen moeten ontberen simpelweg omdat ze niet geloven.
Dat ik op elke moeilijke dag een lief mailtje of smsje krijg van ‘zomaar’ iemand.
Dat een vroegere behandelaar direct plek heeft voor je zonder wachtlijsten.
Dat medicijnen voor het eerst in mijn leven aanslaan.
Dat ik op een vraag op Facebook een laptop aangeboden krijg van mijn werk.
Dat ik mee mag doen aan een schrijfcursus zonder ervoor te betalen.
Dat mijn werkgever een sponsoring doet voor mijn dichtbundel over kanker.
Dat er een artikel geplaatst wordt over dezelfde dichtbundel in een gerenommeerd blad.
Dat mijn man het huishouden even overneemt en een slinger aan de lamp hangt met bemoedigingen uit Gods Woord.
Dat ik overweldigd wordt door mensen die voor mij bidden.
Dat er kaartjes binnenstromen van mensen die aan mij denken.
Dat ik belangrijke afspraken mag verzetten zonder tekst of uitleg.
Dat ik na een ontzettend slechte nacht overdag een paar uur rustig slapen kan met een kat die mij in de gaten houdt.
Dat mijn schrijfsels gewaardeerd worden. Dat ik schrijven kan!
Dat ik vanuit de werkvloer geen druk ervaar om zo snel mogelijk weer te functioneren maar eindelijk eens echt met mijzelf aan het werk kan. En dat dit benadrukt wordt.
Dat er talloze mensen zijn die mij erop wijzen niet te snel te willen, zodat ik over een half jaar niet dezelfde put inlazer.
Is het vreemd dat ik mijzelf de vraag stel waar ik aan moet werken? Het overvalt allemaal zo met tijd en wijlen. Prijs God voor de goede dagen die ik heb, die strijken de slechte dagen wat recht en zo kom ik toch over als de persoon die ik wil zijn.
Depressie? Misschien, het neigt ernaartoe. Maar het is een dooddoener. Letterlijk.
Mensen hebben begrip voor mijn situatie. Ze snappen het misschien niet helemaal, maar er is geduld, liefde, mededogen. Het zou mij een stuk dankbaarder moeten stemmen dat ik ben wie ik ben, maar grotendeels sleep ik mij de dagen door. En dat is een verborgen stukje, want wie ziet dat nou? Is dat een blog waard?
Dat ik overweldigd word door beelden uit het verleden, dat ik na een uur therapie, wat overigens helemaal in mijn straatje past -schrijftherapie- zo lamgeslagen ben dat ik de volgende dag alleen maar huilen kan. Dat zijn geen dingen die je makkelijk deelt.
Het is een enorm -tegen jezelf aan lopen-. Geen mens houdt van zijn beperkingen. Ook ik niet.
Maar ik ga gestaag door. En zal voornamelijk positieve blogs blijven plaatsen,
maar deze vraagt even ruimte.
Net als de gunst van God. Die zie ik wel.
Want als ik terugkijk zie ik op dat strand slechts één paar voetstappen.
Want toen het moeilijk was, ik zat met al mijn onbegrip en vragen,
daar heeft Hij mij gedragen.
Beste Natasja,
Heb net je blog gelezen en ben er door geraakt. Ik wil je heel veel kracht
en sterkte toewensen in je pijn en verdriet.
Tijdens het lezen kwam hetzelfde gedicht bij mij in mijn gedachte waar je
mee afsluit. Weet dat Hij je zal dragen en zal troosten!
Met vriendelijke groet,
Ed Bosma (Envoy)
Algemeen Directeur Goodwillcentra Amsterdam
Leger des Heils GWCA T. +31 206301101
Postbus 36171 M. +31 622275460
1020 MD Amsterdam E. ed.bosma@legerdesheils.nl
http://www.legerdesheils.nl/
goodwillcentra-amsterdam
LikeLike
Danku, uw reactie bemoedigd wederom!
LikeLike