Hij blaft en rent tegelijk. En dan ineens heel dichtbij ontbloot hij zijn tanden en gromt. Het moment gaat zo snel dat ik mijn paraplu op mijn hem richt om hem te beletten mij aan te vallen en boots een oerachtig gromgeluid na. De eigenaar nergens te bekennen.
Het werkt.
De hond is waarschijnlijk meer onder de indruk van mijn rode wapen dan van mijn grommen, maar hij druipt af. Mijn hart zit in mijn keel. Maar ik handelde. Snel en adequaat. Zoals ik van mijzelf gewend ben, precies zoals het nodig is. Hoeveel anders was dat van de week, toen mijn cliënt ongegeneerd over de lengte van geslacht begon. Daar herkende ik de grens van te dichtbij komen niet en blokte de boel. Ik reageerde niet eens.
‘Hoe noem jij jezelf eigenlijk? Want ik noem je therapeut.’
De vrouw voor mij glimlacht. ‘Psycholoog. Ik noem mijzelf psycholoog.’
Oké, mijn psycholoog en ik behandelen elke week in een sessie van 45 minuten een heel leven. Eigenlijk hebben we een plan uitstaan. Want ze is slim, die therapeute, ze weet mij als spraakwater, verbaal in banen te leiden en mijn God, wat voelt dat fijn. Het plan: Gewoon to the point: eerst met kanker aan de gang.
Het was haar al snel duidelijk. Kanker heeft, na tien jaar stabiel leven, een lade met controle verlies uit de archiefkast van mijn hersenen geramd. Seksueel misbruik.
Ik weet dat er mensen zijn die niet begrijpen waarom deze was soms nog naar buiten gaat. Maar hé: het is nog niet schoon. Dan moet het soms luchten toch?
Maar kanker en misbruik, beide beeld van controleverlies. Dat is mijn clou, ik wil niet te ver uitweiden over wat voor meerdere mensen in mijn leven nog te pijnlijk is. Maar er is een complexe stresstoornis aan mij overgeleverd. Opnieuw.
Ik schrijf hier niet over om medelijden te wekken.
Er zijn zat mensen die met mij mee-lijden en dat is voldoende.
Ik schrijf hierover omdat ik bovenal een enorme hoop ervaar. Een zicht over deze berg van angsten in publiek, overweldigd worden door verdriet die vervolgens een orkest in mijn borst veroorzaakt, dwingende gedachten over dood als ik alleen ben en een diep gevoel van eenzaamheid met zoveel mensen om mij heen. Maar ook de praktische uitvoering van het leven: de moeite die het mij soms kost om mijn bed uit te komen, om te douchen en ja, zelfs om mijn haar te kammen. Maar er is zicht. Ik ervaar Leiding. Ik zie God in mijn proces. Hij heeft immers koffie gemaakt!!
Wist je dat Hij in de Bijbel belooft dat hij ALLES ten goede zal keren voor hen die hem liefhebben? Dat is mijn anker. In kanker. Maar ook in vroeger misbruik.
My mess, can be someone else his message!
Ik vertel de vriendelijke en licht sturende psycholoog dan ook dat zij een zegen en duidelijke leiding van God voor mij is. Ik bedoel: ik app een paar weken geleden in een wanhopig weekend van breekpunt, een vroeger hulpverleningscontact en kan vier dagen later op de stoel bij een collega. Bij een dame die en gespecialiseerd is in oncologie en in psychotrauma. De combi ook. Is dat toeval? Ik denk het niet. Goddelijk gearrangeerd. God is lekker basic soms, hij gebruikt mensen. En stukjes van mijzelf, geeft hij terug in het geheel.
Mijn dichtbundel ‘Dichter tegen kanker aan’ is dan ook ons hulpje gedurende dit kleine uur. Dit gratis te verkrijgen boekje, waar ik voor anderen heb willen spreken, waar ik hoop, herkenning, verdriet, verlies en nabijheid heb willen mee-leven voor mijn lezers, is een richtlijn geworden voor mijn eigen proces op de praatstoel. We lezen de teksten en praten erover. Gewoon om kanker goed en gezond een plek te geven, want blijkbaar heb ik daar ergens een slag gemist. Soms blijven we hangen op zinnen als:
Laat mij maar even, in mijn ontkenning, boosheid en verweer,
want vragen doen zo een zeer.
Dus laat mij maar even
dan raak ik niemand, met mijn vuisten geheven
in het wereldje dat ik om mij heen creëer.
Dan hebben we het over situaties zoals afgelopen week, met die cliënt. Dat ik mijn eigen grenzen opnieuw moet leren kennen zodat mensen er niet opnieuw overheen gaan. Dat een boze reactie niet fout, maar primair is en dat angst een waarschuwing is. Dat soms niet reageren bescherming is. Maar ook dat ik het stukje ruimte mag innemen die mij op aarde gegeven is. Plek innemen is niet fout. Dat is gezond. Ik moet het mijzelf na tien jaar no problemo, opnieuw dagelijks vertellen.
Vandaag zei ze: ‘Het komt wel goed met jou. Echt.’
Helende woorden. God spreekt en vaak doet hij dat ook door situaties. Jezus was een kei in gelijkenissen.
De hond probeerde het vanochtend nog een keer.
Vanuit een hoek in het park waar ik hem niet kon zien, maar wel kon horen, komt hij opnieuw op mij af. Dan staat hij voor een tweede keer voor mij. Tanden bloot. Dreigend.
Als zwaard richt ik mijn paraplu. Steek hem naar voren en schreeuw: Moven!!!
Reageren precies zoals het nodig is. Het werkt wederom.
De angst druipt af.
Daar waar ik ten diepste bang van ben verdwijnt. Opnieuw.