LDH·Leger des Heils·Maatschappij

Theo houdt van chaos

Theo is een enorm stevige sloddervos, een rommelkont en eigenlijk gewoon een viezerik.

Maar ook is hij een bijzonder intelligente, zelfredzame man die jaren geleden schoorvoetend de GGD heeft gebeld en droogjes aangaf dat het ‘eigenlijk wel aardig vervuilde’ in zijn huis.
Dat was behoorlijk zacht uitgedrukt.
De bijzondere schoonmaak van het Leger zette zijn krachten in en stapels na stapels afval, maar vooral doos, na doos, na doos, na doos en bakken apparatuur en kabels moesten geruimd worden. En papier. Jaren post die de buren tot aan de deur brachten. Daar waar Theo dacht na een opruiming wel weer in zijn zelfverkozen geïsoleerde schulp te kunnen kruipen, zag hij eigenlijk zelf ook de noodzaak van een beetje hulp en sociale controle wel in. Want hoe zelfredzaam hij ook was, stiekem was hij ook wel een beetje eenzaam. En daar zit een logica achter. Theo komt al zeven jaar niet buiten.

Op zijn driehoog achter met prachtig uitzicht op groen en aan de andere kant wat sociale bewogenheid van zijn woonwijk, voelt Theo zich het prettigst. Zijn drie kamer appartement is dan ook zo ingericht dat hij van achter zijn belachelijk grote computer en computerschermen uit kan kijken over beide zijdes achter de ramen van zijn huis.
Tenminste, nu kan hij dat. Eerder kon Theo ramen niet eens zien.

Ik heb het graag met Theo over zijn rariteiten, zijn uit de klauwen gelopen fobieën en de extreme controle die hij probeert te voeren over elk dingetje dat ik in zijn huis verplaats. Een man met zelfinzicht en niet vies van een goede grap. Alles aan Theo straalt vriendelijkheid uit. Daarnaast is hij altijd rustig en beleefd en hoe paradoxaal ook; zeer sociaal ingesteld. Al zegt hij zelf ook dat dit hem moeite kost en dat hij na ‘vier uurtjes mij’ genoeg heeft voor een week. Maar… we zijn na ruim twee jaar goed aan elkaar gewend geraakt.

En altijd maar weer blijf ik zijn verlangen naar de buitenlucht stimuleren, dat is makkelijk, want ik woon in het gebied waar hij als kind is opgegroeid en hij laat zich makkelijk vangen voor verhalen over hoe het er nu uitziet. Google Earth is dan ook zijn grootste vriend. Zo ziet hij de wereld.

Waar hij zich echter niet zo makkelijk voor laat vangen is het opruimen van zijn bureau.
Dat is een zooitje. Echt een zooitje. Van de gebruikelijke bureau artikelen, tot tientallen usb kaartjes, sticks, schroevendraaiers, cd’s, foto’s, administratie en ja: Ook stof, nagels, etensrestjes, wattenstokjes en zwarte wazen waar handen grijpen.
Theo heeft iets met computers. Hij is er goed in. Veel van dat kleine computergrut ligt op zijn bureau. Op zijn veelte grote bureau. Tussen de viezigheid.

Maar dan breekt de dag aan dat ik toch besluit te testen hoever ik bij hem kan gaan. Ik bedoel: eens moet de tijd komen om ook wat van de grenzen van ‘zijn rommel en leef hoekjes’ te doorbreken. Ik durf het aan. Een volgende stap in het zogenaamde hersteltraject, denk ik met een knipoog.
Als ik hem letterlijk in zijn onderbroek onder de douche zet, weet ik dat het perfecte moment is aangebroken. In een sneltreinvaart van het kwartier dat volgt categoriseer ik alle losse onderdelen in bakjes. Ik kwak lege enveloppen en kilo’s papier in een doos, stapel post, gooi muizen en hun matjes, kabels en hun stekkers in een doos naast het bureau, poets met schuurmiddel vlekken weg, nies vijf keer vanwege het stof en tegen de tijd dat Theo steunend de huiskamer binnenkomt, ligt achter mij een stoel vol met zooi dat ik samen met hem uit wil zoeken. De stofzuiger heb ik in mijn handen.
Het bureau is nog steeds rommelig, maar ik heb het resultaat bereikt wat ik wilde. Hij zal stofzuigen tussen de kabels en stekkers toestaan. Tenminste… dat denk ik.

Theo pakt aan beide zijden de doorposten beet en kijkt als een geschoten hert naar het bureau. Ik lijk totaal uit zijn zicht verdwenen te zijn als hij met zware stappen naar de bureaustoel loopt en zich erin laat ploffen. Zoals hij altijd doet, trek hij zijn lijf op de rollende stoel naar voren door zijn grote verankerde bedrijfsbureau te pakken. En hij staart: naar zijn veel te lege bureau…
Ik schrik verschrikkelijk.
‘Niet goed?’ prevel ik als hij na een eng stille minuut nog niets heeft gezegd.

Hij draait zich om. ‘Nee. Niet goed.’
Hij brengt het beheerst. Beleefd, zoals Theo altijd is.
Ik vraag mij serieus af wat voor emoties er door hem heen moeten vliegen, maar die van mij zitten erg dichtbij angst. Ik heb een inschattingsfout gemaakt.
‘Mag ik een poging doen het goed te maken?’ piep ik in een heldere ingeving.
Theo fronst.
Zonder er verder over na te denken buk ik voor de stoel achter mij, gris met twee armen papierwerk, notitieblokken, post, postzegels, nagelschaartjes, kabeltjes, posterrollen en bureaumeuk vast en zet twee passen naar het bureau. Over de schouder van Theo kieper ik mijn arminhoud leeg en keer ook het met usb stickies gevulde bakje over de berg op het bureau.

Ik sla mijn armen in mijn zij en grijns.
Hij kijkt op. Ik zie de schittering in zijn ogen.
‘Beter?’ vraag ik.
‘Veel beter,‘ zegt Theo.

**
*Theo heet geen Theo en zijn privacy is gewaarborgd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s