Als ik na het douchen langs de spiegel loop sta ik oprecht geschokt stil.
Dan ben je 31 én zou je zeggen dat je je eigen lijf wel kent.
Mijn blik glijdt (dit keer) argwanend subtiel van mijn schouders, over mijn rug langs … ja, mijn benen. Ik pak mijn telefoon en app mijn vriendin.
‘…Je hebt gelijk’
De week ervoor stonden we samen in de rij van de kassa toen ik haar keurende blik in mijn rug voelde priemen.
‘Wat?’ vroeg ik taxerend. Haar ogen schoten even heen en weer voor ze grijnzend haar lippen op elkaar perste. Buiten gaf ze mij het verlossende woord.
‘Je hebt geen kont meer.’
Ik barstte in lachen uit.
‘Serieus? En daar kijk jij naar?’
‘Nou,’ zei vriendin zuinig, ‘er valt niet veel te zien, van rug tot hielen: je bent één rechte lijn.’
Ik hou van mijn vrienden.
Mijn vaak onflatteuze directheid, die ik graag benadruk in mijn vriendschappen krijg ik genadeloos terug gekopt. Zelfs al zijn de observaties allerminst charmant.
Een paar dagen nadat bij mij het besef van de spiegel inzonk, vraag ik Manlief om bevestiging. Hij glimlacht. Diezelfde avond val ik bij vriendin binnen om tijdens onze theetijd mijn beklag te doen over de soms onbegrijpelijke manier van communiceren van het mannenras. Ik blaaskaak wat terwijl zij rustig haar nagels vijlt, handen insmeert en het resultaat bekijkt.
‘Kijk.’ zegt ze om mijn aandacht af te leiden. Ze kijkt hierbij keurend van haar handen naar de mijne. Ik negeer het en klets door. Ik bedoel: glimlachen op zo’n vraag? Dan zinkt als vrouw toch ook alle moed in je schoenen?
Ook nu lacht vriendin zoetjes.
‘Tas, ik ben dan nog wel niet getrouwd, maar dat snap ik wel…’
Oprecht verbaasd trek ik mijn wenkbrauwen op.
‘Kijk,’ en dit keer klinkt het anders… ‘Je bent aardig opgedroogd sinds je met Manlief bent.’
Ze stopt even en kijkt peilend of ik begrijp dat ze mijn testosteron dingetje bedoelt. Ik knik. ‘Het is simpel. Voor sommige dingen heb je gewoon vriendinnen gekregen. Want wil je nou écht dat hij, na al die moeite die jij voor hem in je vrouw-zijn stopt, dat hij zegt dat je géén kont en vrouwenklauwen hebt…’
Eenmaal thuis geef ik spontaan Manlief een kus.
‘Wat?’ vraagt hij verbaasd.
‘Niks, gewoon.’ grijns ik geheimzinnig. Want wat ik denk zal ik natuurlijk niet zo snel zeggen, maar:
God heeft die kerels slimmer gemaakt dan wij vrouwen denken.
Een gedachte over “Géén kont en vrouwenklauwen”