Als ik het haar hoor zeggen draai ik mij om.
Haar woorden galmen in m’n kop. Helemaal nadat ik gister Marathon voor Kanker heb bekeken. Een vriendin appte nog: ‘Kijk het niet!’
Maar ik deed het toch. En ook nu staan mijn nekharen overeind.
De dame met het geblondeerde hoogpolige kapsel merkt niet op dat ik naar haar sta te kijken. Ze is klein, kittig bijna. Wat ouder en voor het scherpe oog duidelijk aangedaan. Ik voel die binding, waar ik gister tranen met tuiten om heb gehuild. Maar omdat ik het idee heb dat ik er niets mee kan én ze veel te eigen is, negeer ik het en parkeer mijn boodschappen in mijn fietsmand.
Als ik 200 meter verder bij het stoplicht stop en mij omdraai of er iets aankomt zie ik de parmantige dame rustig aan komen fietsen.
Direct hoor ik haar stem weer nonchalant tegen haar gesprekspartner zeggen: ‘Het is goed hóór, ik ben immers schoon verklaard.’
En ineens weet ik dat ik misschien wel nét dat kan zeggen wat ze net gemist heeft in de reactie van haar tegenpartij, die totaal niet inging op de lading van het kankerbericht. Oké, ex-kankerbericht.
De wereld achter die ene zin werd overladen met koetjes en kalfjes, zoals gebruikelijk is als je voor een supermarkt een praatje maakt, denk ik dan maar… Maar ik denk ook direct aan iets wat iemand mij laatst vertelde: dat God je soms iets op je hart kan leggen omdat de andere persoon dat gewoon nodig heeft. Ongeacht of je daarvoor je comfortzone moet verlaten. Weer hoor ik het haar zeggen. ´Het is goed hóór, ik ben immers schoon verklaard.´
De luchtigheid van haar intonatie klopte niet. Wilde erkenning, maar walste er zelf eroverheen.
Uit mijn diepste binnenste probeer ik een glimlach te toveren die een aanknoping toegankelijk maakt. Mijn glimlach wordt echter als ze naast mijn fiets parkeert en kort oogcontact maakt.
‘Ik hoorde net wat u zei mevrouw. Ik wil u veel sterkte wensen met uw verdere herstel.’
Verbaasd kijkt ze me aan.
‘Oh, dát… Ja ik praat nogal hard.’
‘Nee, ik bedoel niet dát’, breng ik oprecht, ‘maar dat herstel wat erachter ligt…’
‘Ja, dát,‘ ze glimlacht en verbuigt haar blik iets, alsof ze zich verontschuldigd. ‘Dat is niet makkelijk…’
‘Daarom wilde ik u even sterkte wensen…’
Ik houd een zucht binnen door mijn lippen op elkaar te knijpen en reageer op het groene stoplicht. Ik knik nog even en we verdwijnen uit elkaars bubbel. Geen detail niets. Een korte echte overlapping. That’s it. Elkaar heel even licht aangeraakt.
En ik merk dat ik mij beter voel.
Daar waar ik vanochtend geen neuronen, hormonen of stemming uit elkaar kon halen en vast zat in mijn eigen rommel heeft een simpel uitstapje buiten mijn eigen gebied de dag goed gemaakt.
Misschien was het wel helemaal niet wat die dame nodig had,
maar moest ik zelf weer even verder reiken.
Je bent een topper en een superlief mens!! Goed geschreven het is voor mij ook een eye opener. Als iedereen iets aardiger en menselijker zou zijn voor je medemens zou de wereld er een stuk beter uit zien Schatje!!
LikeLike