Zijn zichtbaar rustige gestalte kromt
zijn tenen en niemand ziet
de snelweg in zijn gedachten
een eenbaansstrook van strategie
Met gespeelde kalmte maant hij
zichzelf tot rust en concentratie
een geboden consequentie van tijd
de stelling waar hij gehoor aan geeft
Zijn klamme hand bespeelt
met zijn drie kostbaarste vingers
het glas wijn waardoor hij kijkt
radicaal beziet hij zwart en wit
Met een bewuste aanval zet hij
opnieuw zijn vermogen uiteen
beredeneert de rimpel op ’t voorhoofd
de tegenstander oogt
mat
(Gedicht ter ere van het jaarlijkse Hein de Vries schaaktoernooi in Wijk aan Zee)